Boswachter Marieke Schattteleijn neemt haar lezers mee op ontdekkingstocht langs negen van haar favoriete natuurgebieden. Je bent er bijna letterlijk bij als ze op pad gaat met collega-boswachters, met haar gezin of met bevriende biologen. Want ze beschrijft — in de tegenwoordige tijd en in verhalend proza— het hier en nu van het natuurgebied. Alsof je meereist in haar geest. Alle anekdotes, observaties, mijmeringen en andere overpeinzingen worden met de lezer gedeeld. Zelfs jeugdherinneringen. Zo hoopt ze, schrijft ze in haar inleiding, dat ‘je na het lezen niet kunt wachten om op pad te gaan’. Natuurzin prikkelen dus.
Zijpaadjes
Maar er is meer dan dat. Naast een persoonlijk relaas waarin Marieke vol verwondering naar de natuur kijkt, biedt het boek ook een podium voor talloze wetenschappelijke onderzoeken, wetenswaardigheden, tips en feiten. Ook deze zijn bedoeld om de lezer te voorzien van inspiratie. Maar nu over die zingeving van natuur. Want of het nou om daglicht en ons bioritme gaat of over de invloed van vogelgeluiden op stresslevels: de natuur biedt soelaas. En dit alles ziet Marieke door haar biologische boswachtersbril.
Natuurzin geeft uiteenlopende tips voor de mens (ga bewegen! zoek het daglicht! reduceer gebruik van plastic! en vervang tegels door planten!) en die worden afgewisseld met allerhande weetjes over dieren. Van het everzwijn tot de slak en van bever tot springstaart. Kortom: het boek barst van de inspiratie en kennis. Hier en daar wat fragmentarisch en gebiedsgebonden, maar de uitwerking ervan is des te aanstekelijker. Of, zoals Marieke zelf concludeert: ‘Ik bleek te schrijven zoals ik wandel. Ben ik eenmaal op pad, dan is er snel een zijpaadje dat interessanter lijkt.’ Die zijpaadjes lijken in ieder geval te leiden tot een potentiële nominatie voor nieuw Nederlands Woord van het Jaar.