Al een halve eeuw houdt André de Koning bij welke vogels er broeden op de Strabrechtse heide. “Interesse voor vogels is me met de paplepel ingegeven. Iedere zondag wandelde ik met mijn vader en broers. In het broedseizoen zochten we naar nesten en hielden we bij hoeveel verschillende nesten we vonden. Op die manier leerde ik veel van de natuur. Mijn favoriete vogels zijn de korhoen en de wulp. Helaas zijn beide verdwenen uit dit gebied”, zegt André met spijt in zijn stem, “gelukkig is de vogelstand verder redelijk stabiel.”
Voorrecht
André vindt het een voorrecht dat hij zijn bijdrage mag leveren aan het Broedvogel Monitoring Project van de Strabrechtse heide. Het gebied dat hij onderzoekt beslaat zo’n 21% van het terrein. “Ik kom op plekken waar anderen niet komen. Omdat ik heel vroeg of heel laat op pad ben, ben ik vaak de enige die rondloopt. Per broedseizoen loop ik ongeveer acht keer voor zonsopgang en twee keer na zonsondergang rond. Bij ieder bezoek noteer ik op een kaart waar ik welke vogel hoor en/of zie. Vogels zingen namelijk om hun territorium aan te geven. Wanneer je de kaarten van alle bezoeken over elkaar heen legt, kun je vaststellen waar de territoria zich bevinden en welke veranderingen er zijn ten opzichte van voorgaande jaren.”
Toekomstplannen
Vroeger was André actief als IVN-natuurgids en in de wintermaanden deed hij onderhoudswerkzaamheden, bijvoorbeeld aan houtwallen. ”Vanaf de middelbare school heb ik altijd tijd vrijgemaakt voor de natuur. Ik heb met plezier gewerkt in de ICT, maar als ik het over kon doen, had ik van mijn liefde voor de natuur mijn werk gemaakt en was ik boswachter geworden”, vertelt André.
Na al die tijd is hij nog lang niet uitgekeken en uitgeleerd. “Ik wil me verder gaan verdiepen in insecten. Zij vormen de basis. Als het goed gaat met de insecten, gaat het goed met alles wat groeit en leeft op de Strabrechtse heide. Daarom wil ik de mogelijkheid bekijken om in de toekomst ook insecten te gaan monitoren.”