'Bijna elf jaar geleden, ik heb het nagezocht,’ antwoordt Norbert van Zon op de vraag wanneer hij bij Staatsbosbeheer begonnen is als vrijwilliger. ‘Dat was op Fort Wierickerschans , in het Groene Hart. Er werden vrijwilligers gevraagd voor rondleidingen op het fort en voor het bezoekerscentrum. Samen met dertig collega vrijwilligers en twee vaste krachten van Staatsbosbeheer hebben we daar iets leuks opgebouwd. Iedereen deed het werk met plezier.’
'Werkeloos'
De situatie voor Norbert en zijn collega’s verandert wanneer Fort Wierickerschans wordt overgedragen aan een stichting. Van de ene op de andere dag zitten de vrijwilligers zonder werk en zonder onderkomen. Maar Norbert en zijn collega's laten het er niet bij zitten. ‘Kort hierna vonden we toch een onderkomen in een deel van een boerderij en konden we gaan werken aan een andere, nieuwe opzet. We richtten ons toen op excursies in het Groene Hart, onder andere in de polder Oukoop en het gebied rondom de Reeuwijkse Plassen. Ook werd de activiteit Landschap voor de Lens voortgezet, we waren een zelfsturend team geworden met de boswachter op afstand, zoals ze dat noemen’, gaat Norbert verder.
Organisatietalent
Een aantal jaar geleden (Staatsbosbeheer kreeg steeds meer vrijwilligers) bleek dat de administratie van de vrijwilligers niet up-to-date was. Iets voor Norbert met zijn organisatietalent om hier structuur in aan te brengen? ‘Toen werd ik gevraagd om het landelijke bestand van vrijwilligers in kaart te brengen. Zorgen dat alle vrijwilligers een overeenkomst krijgen en weten wie hun mentor is. Een leuke klus waar ik twee jaar lang één dag in de week aan heb gewerkt vanuit kantoor Molenpolder.’
Norbert vervolgt: ‘Intussen was er bij Staatsbosbeheer het een en ander veranderd. De provinciegrenzen werden regiogrenzen. Ik had niet meer met Zuid Holland te maken, alleen nog met Utrecht en zo werd ik stilaan de coördinator van de vrijwilligers hier in Molenpolder, op Fort Ruygenhoek en in de Utrechtse Waarden. Op dat laatste ben ik best trots. Aanvragen die nu bij mij binnenkomen, daar zoek ik de gidsen bij. Kortom, mijn werk valt of staat met de vrijwilligers. Ik kan niet zonder hen, zij niet zonder mij.’